Sommige mensen twijfelen jaren over een ooglidcorrectie, anderen besluiten bij de eerste klachten/tekenen van overhangende huid er wat aan te willen laten doen. De klachten zijn voor iedereen anders. De een krijgt last van hoofdpijn, anderen storen zich aan de verouderde of vermoeide oogopslag door de hangende oogleden. Of u daadwerkelijk in aanmerking komt voor een ooglidcorrectie is afhankelijk van een aantal factoren. Deze zetten we hieronder op een rijtje:

Factor 1: anatomie

Ieder gezicht is anders. Bij sommige mensen staan de wenkbrauwen behoorlijk hoog, een ander heeft diepliggende ogen en een derde heeft juist wat meer hangende ogen of zogenoemde ‘dubbele oogleden’. Omdat iedereen anders is, is een consult met een plastisch chirurg een belangrijk onderdeel. Hier word bepaald of u genoeg indicatie heeft, wat de te behalen resultaten kunnen zijn, en welk behandelplan hier precies voor nodig is.

Factor 2: genetische aanleg

Een tweede factor is de genetische aanleg. Genetische aanleg kan een belangrijke rol spelen bij de behoefte aan een ooglidcorrectie. Sommige mensen erven kenmerken zoals overtollige huid op de oogleden of aangeboren hangende oogleden (ptosis). Deze genetische factoren kunnen leiden tot zichtproblemen, vermoeidheid of zelfs hoofdpijn door het constante aanspannen van de oogspieren. Voor veel mensen is een ooglidcorrectie dan niet alleen een cosmetische keuze, maar ook een medische noodzaak om deze klachten te verlichten. Het begrijpen van de genetische component helpt chirurgen en patiënten om samen de beste aanpak te bepalen voor een succesvolle ooglidcorrectie die zowel functionele als esthetische voordelen biedt.

Factor 3: spier- en vetweefsel

Bij sommige mensen kan de verdeling van spier- en vetweefsel rond de ogen een belangrijke factor zijn. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld dikkere of uitpuilende vetpockets onder de ogen, ook bekend als “wallen”, of een teveel aan vetweefsel op de bovenste oogleden. Deze kenmerken kunnen ervoor zorgen dat iemand er vermoeid uitziet, zelfs als ze goed uitgerust zijn. Het verwijderen of herpositioneren van vetweefsel en/of spierweefsel bij de oogleden kan helpen bij het verbeteren van de algehele uitstraling en functionaliteit van de oogleden.